Wij zijn sterrenstof, onderdeel van het univerum, en worden zowel tijdens het leven als de (bijna)dood bepaald door alle natuurwetten. Leven en bewustzijn ondergaan een shift op het moment van de (bijna)dood en zijn gradueel in de ruimte en tijd ©
The content of this website may not be copied, reproduced etc. without written consent
Boekfragmenten uit 'De (bijna)dood ontrafeld':
Uit de Inleiding:
blz. 9.
Een van de gaven van de mensheid is dat zij in staat is grenzen te verleggen in allerlei facetten van het leven. Maar één grens lijkt nog altijd onoverbrugbaaar, en dat is die van de (bijna)dood. De (bijna)dood lijkt op een onontkoombaar mysterie dat voor altijd in nevelen gehuld zal zijn en dat door de eeuwen heen is overladen met allerlei belevingen, theorieën en geloofsopvattingen. Het zijn beelden die waarheidsgetrouw zijn, maar soms ook misleidend. Daarom moeten wij bij elke nieuwe waarheid over 'gene zijde' kritisch en voorzichtig zijn. Dit moeten wij eens te meer omdat het over diepe overtuigingen en gevoelens gaat. Dit geldt zowel voor mensen die zoeken naar verklaringen, als voor mensen met bv. bijna-doodervaringen, met verlies van familie/vrienden of met een dierbare in coma.
blz. 10.
Het boek geeft een nieuw antwoord, waarin dood en leven in essentie één zijn en de (bijna)dood een rite du passage.
Aan de hand van een grondige analyse van alle kenmerken van de BDE wordt een samenhangende theorie beschreven over de BDE op basis van verschijnselen in de natuur. Deze verschijnselen in de natuur zijn terug te vinden op het niveau van het hele kleine, de fysica van onze atomen/cellen en van het hele grote, de astrofysica (van het universum).
Uit hoofdstuk 1. Hoe kun je het niet-kenbare aannemelijk maken?
blz. 13.
Dit boek is geen science-fiction of thriller.. Toch zal de inhoud van dit boek je soms heel onwerkelijk overkomen, of je op het puntje van je stoel doen zitten om de ontrafeling van het aloude mysterie te kunnen blijven volgen.
Het centrale uitgangspunt van het boek is: het leven na de (bijna)dood zal zich ontvouwen op basis van verschijnselen in de menselijke en universele natuur. Hierbij zal de scheiding tussen de concrete fysische werkelijkheid en de metafysische werkelijkheid slchts een overblijfsel blijken te zijn uit de antieke wereld (waarin het zintuiglijk onbegrepene altijd werd toegeschreven aan een niet-fysiek metafysisch bovennatuurlijk goddelijk domein).
blz. 14.
De veronderstelling is dat het leven na de (bijna)dood:
Uit hoofdstuk 2: Algemene inleiding op de vraag naar een leven na de (bijna-)dood.
blz. 23.
Het is opmerkelijk dat er in het begin van dit derde millennium geconstateerd kan worden dat talloze mensen om uiteenlopende redenen nadrukkelijk stilstaan bij de vraag of het leven /het bewustzijn ophoudt bij onze (bijna)dood.
Een van de redenen is allicht de hang naar onsterfelijkheid, zowel in dit leven als misschien erna. Denk bijvoorbeeld aan de toename van onrealistische schoonheidsidealen, of van plastische chirurgie, of aan het invriezen van embryonale stamcellen en van het menselijke lichaam na de dood... of aan televisieprogramma's zoals Het zesde zintuig, Medium, Wonderen bestaan.
blz. 24.
De toenemende rapportage van ervaringen van bijna-dood, pre-existentie, reïncarnatie kondigen een tijdperk aan waarin de grenzen van het menselijke leven bevraagd worden en waarin het geloof toeneeemt dat het persoonlijke bewustzijn ook buiten het fysieke lichaam kan (voort)bestaan.
Uit hoofdstuk 3: De bijna-doodervaring als matrix voor de beschrijving van het leven na de dood.
blz. 31.
Sceptici menen dat de bijna-doodervaring niets te maken heeft met een leven na dood, omdat de mensen die zo'n ervaring hebben gehad per slot van rekening niet echt dood zijn gegaan. Dat de BDE een soort voorstadium zou zijn van de definitieve dood, wijzen zij om die reden van de hand...
Zo'n houding is onhoudbaar... want BDE'ers zeggen letterlijk dat zij iets ervaren hebben van het leven na de dood, en dat ze niet meer bang zijn voor de dood.
blz. 32.
Enkele citaten:
Een vrouw: "Ik was herstellende van een operatie maar opeens kreeg ik het heel benauwd en bevond ik mij in een prachtig groen licht. De ervaring heeft diepe indruk op mij gemaakt. Ik kan nooit meer ontkennen dat er niets is na de dood, Ik mocht het zien, ik mocht er zijn."
Een man: "Ik wist zeker dat ik dood was en ik wilde ook echt naar het einde van de tunnel om te zien wat het volgende leven inhield."
Dit boek gaat ervan uit dat dit soort ervaringen zonder twijfel iets zeggen over een voortbestaan na de dood.
Blz. 33.
Alle kenmerken van de BDE zullen stuk voor stuk op een logische, legitieme manier over diverse verschijnselen van de achterliggende theorie heen gelegd worden. Deze theorie komt erop neer dat wij bij onze (bijna)dood een duizelingwekkende reis zullen maken. En al is de nieuwe verklaring van de BDE hooguit een weerspiegeling van een fractie van de werkelijke gebeurtenis van het leven na de (bijna)dood, deze zal desalniettemin het unieke karakter ervan laten doorschemeren.
Het geeft antwoord op de volgende veelgestelde vragen over bijna-doodervaringen:
Blz 52.
Nu volgt er een korte uiteenzetting van de geobjectiveerde fasen van een volledige theoretisch BDE, waarbij alle bekende en onbekende kenmerken verwerkt zijn:
1. de scheiding van het fysieke lichaam
2. de heenreis
3. de (voorlopige) eindbesteming
4. de terugreis
5. de hernieuwde eenwording met het fysieke lichaam
Uit hoofdstuk 4: Het leven na de (bijna)dood in het licht van de Fibonacci-code.
blz. 57.
In dit hoofdstuk worden tal van BDE'n ontrafeld en geanalyseerd om een beschrijving te kunnen geven hoe het stervensproces waarschijnlijk verloopt en hoe het leven na de (bijna)dood zijn intrede doet en te typeren is: onze (bijna)dood zal een 'ticket' zijn voor de reis van ons leven. Realiseer je dus goed tijdens het lezen dat elke beschreven ervaring mogelijk een ervaring is die jijzelf zult meemaken, op het moment dat het uur van jouw (bijna)dood is geslagen en jij heengaat...
Elk BDE-kenmerk heeft:
blz. 58.
4.1: de scheiding van lichaam en ziel.
blz. 63.
Bij onze (bijna)dood voelen wij onze lichaamskracht afnemen. We verliezen ons alledaagse bewustzijn. We zullen explosies en trillingen voelen, warmte en vreemde sensaties en vervolgens uittreden (waarbij omstanders soms een soort mist/wolk uit het lichaam van de (bijna)dode hebben zien gaan). Niets wijst erop dat het verlaten van het lichaam moeilijk of pijnlijk is.
Ervaringen:
Een vrouw van 67: "Ik probeerde mijn auto opnieuw te starten toen ik plotseling (door hartproblemen), uit mijn lichaam ging.. ik was gedeeltelijk in én uit mijn lichaam en voelde me geweldig.. (ondanks dat ik wist dat ik dood was."
Betty: "ik.. bleef wegzakken tot mijn lichaam stil en levenloos werd. Toen ging er een golf van energie door me heen. Ik voelde iets in me knappen of vrijkomen, en mijn geest werd plotseling door mijn borst naar buiten ennaar boven getrokken".
blz. 65.
Verklaring:
Er wordt wel een gezegd 'God hebbe zijn ziel' ... wanneer iemand overleden is. Maar hoewel deze woorden uitgesproken worden in het vertrouwen dat we een ziel hebben, is er nog nooit een ziel gevonden... noch in de hersenen, noch in het hart.. en zelfs niet met de opkomst van de medische (anatomische) wetenchap. Daarentegen moet wel gezegd worden dat het moeilijk zoeken is, als we niet weten wat we moeten zoeken.
Antwoord op de vraag: ziel waar ben je? ligt dus mede verscholen in de vraag: ziel wat ben je?..
BDE'ers zeggen: We krijgen een astraal lichaam, het is energie, het is etherisch en het vibreert in een hogere frequentie.
blz. 76-77.
Belangrijk is te weten dat atomen in ons lichaam instabiel kunnen raken, want door diezelfde instabiliteit komen er namelijk fotonen vrij (fotonen=lichtenergie). Juist dit verschijnsel van vrijkomen van zo'n soort licht/fotonen leidt waarschijnlijk tot de vorming van ons astrale (ziels)lichaam, bij onze (bijna)dood. Ons fysieke lichaam zal bij onze (bijna)dood op (sub)atomair niveau instabiel worden. Dit zal aanvoelen als kleine explosies en trillingen.... Het ziet ernaar uit dat deze diep fysische verschijnselen gekoppeld kunnen worden aan de wetenschappelijke onderzoeksresultaten van prof.A.Gurwitsch en prof.FA.Popp.
blz. 79.
Iedereen zal - of dit nu door omstanders wordt gezien of niet - bij zijn (bijna)dood een nevelachtig lichtlichaam krijgen dat een soort replica wordt van het fysieke lichaam. En we zullen door de eigenschappen van dit unieke fotonen(licht)lichaam tot in het oneindige voortbestaan en een heel levendig bewustzijn hebben, dat buitenlichamelijk is.
blz. 83.
Lichtenergie/fotonen hebben meerdere verschijningsvormen. De verschillen in fotonen bepalen vermoedelijk een fictief onderscheid tussen 'deze zijde' en 'gene zijde'. Materie is niet duidelijk begrensd en ons bewustzijn waarschijnlijk ook niet. Fotonen hebben volgens Nobelprijswinnaar Popp de capaciteit om een vorm van bewustzijn te zijn.
blz. 84.
En afhankelijk van de hoeveelheid fotonen die vrijkomt, wordt zowel de verschijningsvorm als de mogelijkheden van ons astrale lichaam bepaald. En beide aspecten worden - net als ons bewustzijn - gekarakteriseerd door geleidelijkheid:
blz. 85.
BDE'er Cecilia: "Ik werd behandeld in het ziekenhuis. Artsen en verpleegkundigen stonden om mij heen. Ik kreeg een uittreding en zag alles van boven. Ik zweefde bij het plafond en hoorde alles wat er gezegd werd (...) Niet door materie gehinderd, keek ik rond in andere ziekenhuiskamers en op zolder."
Uit hoofdstuk 5: Voorlopige conclusies.
blz. 271.
De nieuwe visie op de (bijna)dood is in de afgelopen hoofdstukken zo goed mogelijk onderbouwd op basis van één consistente (astro)fysische theorie (waarbij wij afhankelijk van de ernst van trauma progressief de grenzen overschrijden van ruimte en tijd) die -voor zover bekend - alle gemeenschappelijke kenmerken van de bijna-doodervaring ter sprake heeft gebracht.
blz. 272.
Elk leven wordt volgens Deepak Chopra omlijst door twee mysteries: de geboorte en dood. Maar alleen de geboorte lijken wij te ervaren als een wonder dat we moeten vieren. Nu komt het steeds vaker voor dat we ook het einde van het leven vieren, waardoor de uitdrukking 'dansen op iemands graf' ineens een geheel andere betekenis krijgt. Of vreugde in een tijd van verlies en afscheid inderdaad de belangrijkste emotie is, kan alleen jij bepalen. Maar vanuit de nieuwe theorie over het leven na de (bijna)dood kan in elk geval gezegd worden dat de dood als finale minstens net zo'n groot wonder en mysterie is als de geboorte, en dat we de dood juist daarom - als begin van een ander nieuw leven - eveneens zouden kunnen vieren.
blz. 273.
De (bijna)dood ontrafeld beschrijft het levenseinde aan de hand van onderliggende principes:
Uit hoofdstuk 6: Aanbevelingen.
blz. 301.
Dr.Versteeg heeft wel eens gezegd: "Bij de dood ben je er niet geweest, maar bén je er." Deze uitspraak weerspiegelt deze nieuwe theorie dat er inderdaad leven na de (bijna)dood is, en dat deze zich op dat ene moment ogenblikkelijk zal openbaren. De theorie is uitgewerkt op basis van een synthese tussen de empirie van het paranormale, de wetenschap (van de (astro)fysica) en de levensbeschouwing. Dit hoofdstuk bevat enkele aanbevelingen die hieruit voortkomen. De aanbevelingen betreffen de volgende deelgebieden:
blz. 303.
Sogyal Rinpoche verbaast zich erover dat het Westen geen werkelijk inzicht heeft in de dood of wat er tijdens de dood gebeurt. Het levenseinde lijkt niet anders dan vernietiging en verlies te zijn... Als we beseffen dat onze levensweg verder gaat en dat onze dood slechts een overgang is tussen twee leefwerelden, dan zullen we die andere werkelijkheid beter en snellen begrijpen. Bovendien leidt nadenken over de dood tot een relativering van triviale gewoontes, waarden en verlangens, en tot een gevoel van onthechting (= ngé jung) en tot een proces van acceptatie. BDE'ers zijn opvallend minder bang voor de dood, en komen over het algemeen tot een dieper inzicht en eeen grotere aanvaarding.
blz. 306.
BDE'ers houden ons voor om een groter besef te ontwikkelen van diepe eenheid tussen mensen, flora en fauna, om materiële zaken minder na te jagen, om meer dankbaar te zijn voor het leven, om tot bewuste voorbereiding te komen op (het leven na) de dood en om meer oog te hebben voor de spirituele dimensie van het bestaan.
blz. 315 e.v.
Voor wat betreft het (para)medisch (ethisch)domein gaat het o.a. om het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek naar de reikwijdte van het bewustzijn. In de klassieke medische wetenschap is de heersende visie dat het bewustzijn in de hersenen zetelt en dat deze geproduceerd wordt door neuronale mechanismen. Neurowetenschappers Saver en Rabin zeggen het als volgt : "Alle menselijke ervaring - inclusief wetenschappelijke redeneringen, mathematische denkpatronen, moreel inzicht, artistieke uitingen alsook religieuze ervaringen - is louter gebaseerd op onze hersenen. Er is geen enkele uitzondering op deze stelling." Desondanks lijkt het erop dat er toch steeds meer uitzonderingen op deze regel worden geregistreerd en dat er steeds meer wetenschappelijke onderzoeksresultaten tevoorschijn komen waaruit voorzichtig afgeleid kan wroden dat het menselijk bewustzijn ook lijkt te kunnen bestaan zonder de werking van de hersenen. Maar het moge duidelijk zijn dat noch de vertegenwoordigers van de ene stroming noch van de andere tot nu toe onomstotelijk hebben aangetoond waar het bewustzijn te lokaliseren is en hoe bewustzijn en herinneringen bestaan of wat oorzaak/gevolg is in de correlatie tussen hersenen en bewustzijn. Meer studie zou moeten komen naar o.a. de functionaliteit van de hersenen en het (verruimde) bewustzijn, naar bijna-doodervaringen, de kracht van het onderbewuste, zien en communicatie op afstand, de mogelijkheid van een verruimd bewustzijn bij (bijna)doden in de medische (crisis)hulpverlening, de verfijning van de praktijk op orgaandonatie, het systematisch orderen en verzamelen van gegevens met betrekking tot het paranormale.
Uit het Slotwoord:
Het leven na de dood is een geboorterecht: het is reeds bij onze conceptie meegegeven (via de grondessentie die wij ten diepste zijn). Het is daarom voor iedereen geldend, ongeacht levensbeschouwing, ras, stand, cultuur, sekse of welk onderscheid dan ook. Deze visie op het leven na de (bijna)dood is onderbouwd met een (astro)fysische theorie die een integratie beoogde tussen wetenschap en spiritualiteit. Een grondige analyse van de kenmerken van de bijna-doodervaring was hierbij de GPS en routeplanner. Het doordenken van alle implicaties van deze theorie was ondoenlijk. En er zijn allicht fouten gemaakt. Maar hopelijk zal het een bijdrage zijn aan een coherente visie op het leven na de (bijna)dood. En hopelijk voelt iedereen zich uitgenodigd om tot spirituele groei te komen door liefde en compassie te hebben en om een 'evolutionaire' stap te zetten vanuit het bewustzijn dat wij 'ruimtewezens' zijn.
Oprecht veel geluk en liefde gewenst op je levensweg, veel troost en kracht als je iemand verloren hebt die je lief was, en een antwoord op de vraag: 'Besta ik nog als ik er niet meer ben?' dat rust en vrede brengt, nu en tot in eeuwigheid....
Een lieve groet. Maureen